Kelim

 

Kelim betekent ‘vlakgeweven’ en dit geeft dan ook duidelijk weer wat het is; een vlakgeweven tapijt zonder poolhoogte. De oorsprong van de kelim vinden we bij de nomadische stammen in Anatolië, het huidige Turkije. Van oudsher waren de vrouwen van deze gemeenschappen aangewezen om de kelims te vervaardigen. Zij waren verantwoordelijk voor het hele proces, van het prepareren van de wol, afkomstig van schapen of geiten, tot het weven van de kleden.

 

Behalve als kunstwerk dienden kelims een gebruiksfunctie. Ze werden onder meer gebruikt als tentdoek, als verpakking voor etenswaren en als vloerkleed om gasten op te ontvangen.

 

Een aantal veel voorkomende motieven zijn een kam, een amulet, een wolvenbek, een oog, een haak, een schorpioen en stromend water.

De verfstoffen om de wol te kleuren zijn plantaardig. Daardoor zijn kelims warm en helder van kleur.

 

Ze worden veel vlugger en makkelijker gemaakt en zijn ook goedkoper te produceren dan de ‘standaard’ oosterse tapijten. Daarom zijn ze voor de consument heel wat lager van prijs dan de klassieke oosterse tapijten. Heel lang hebben kelims dan ook geleden onder een soort van minderwaardige status ten opzichte van hun grotere broers. Sinds enige jaren zijn ze echter weer aan een opmars bezig.